Cursus van vijf delen
De Gouden Eeuw is een van de meest markante perioden in de geschiedenis van beeldende kunsten. Nooit eerder werden in één eeuw meer dan een miljoen schilderijen geproduceerd. Imponerend is niet dat enorme aantal, maar juist de kwaliteit van deze kunstwerken. Door de enorme welvaart ontstaat een grote vraag naar schilderijen voor versiering van de huizen van niet alleen de hoogste kringen van de Hollandse samenleving, maar ook die van de gegoede burgerij. Door die grote vraag ontstaat een markt voor schilderijen waardoor kunstenaars zich gaan specialiseren. Allerlei nieuwe genres gaan ontstaan: landschappen, zeegezichten, interieur- en stadsgezichten, het stilleven, volkse scènes, galante taferelen. Drie kunstenaars steken met kop en schouder uit boven al die andere kunstenaars: de Leidenaar/ Amsterdammer Rembrandt van Rijn, de Haarlemmer Frans Hals en de Delftenaar Johannes Vermeer( hier afgebeeld Het meisje met de parel). De cursus wordt afgesloten met de Leidse school van ‘fijn’ schilders.