Marcel Duchamp en de oorsprong van de hedendaagse kunst

In januari 1916 kocht de Franse kunstenaar Marcel Duchamp (1887-1968) in de net geopende Grand Bazar in Parijs een flessenrek, zoals die op het Franse platteland nog steeds gebruikt wordt om lege wijnflessen te drogen. Hij zette het in een hoek van zijn atelier en schonk er verder geen aandacht aan.
Twee jaar later verandert hij van gedachte. In een brief aan zijn zuster Suzanne, geschreven vanuit New York, zegt hij dat flessenrek gekocht te hebben als ‘een kant en klaar kunstwerk, een readymade’.
Dat flessenrek heeft geen plaats in de kunstgeschiedenis verworven. Maar een andere readymade, zijn Fountain, leidde tot een omwenteling in de beeldende kunsten van de twintigste eeuw.

De Fountain, 1917, foto Alfred Stieglitz

Duchamp kocht een urinoir in een loodgieterswinkel, plaatste het op zijn kop, zodat het niet meer als urinoir kon functioneren en schilderde de naam R. Mutt erop en het jaartal 1917. Hij noemde dit werkstuk Fountain. Onder het pseudoniem R. Mutt stuurde hij in 1917 de Fountain naar de eerste tentoonstelling van ‘Society of Independent Artists’.
Duchamp was in 1916 een van de oprichters van die Society geweest. Die beoogde tentoonstellingen te organiseren van avant-gardekunstenaars. In de statuten van de Society was vastgelegd dat elk werk dat werd aangeboden, moest worden tentoongesteld. 
In strijd met de statuten werd de Fountain van R. Mutt niet geaccepteerd. De jury motiveerde die beslissing:’ voor de Fountain is geen plaats in een kunsttentoonstelling, want, volgens welke definitie ook, is het geen kunstwerk.’
Wat Duchamp daarna met zijn Fountain gedaan heeft, is niet bekend. Wat ons rest is een foto die de beroemde Amerikaanse fotograaf Alfred Stieglitz ervan maakte. Die werd gepubliceerd in diverse kunsttijdschriften en bereikte zo de kunstwereld.
Kunstcritici uit die tijd zetten zich af tegen die beslissing van het bestuur van de Society. Zij waren van mening dat de Fountain wel zeker een kunstwerk was. Want ook al is het een fabrieksmatig geproduceerd voorwerp, het is de keuze van kunstenaar die het in dit geval banale voorwerp promoveert tot de waardigheid van een kunstwerk. Hij is de bedenker van het concept. En door het urinoir te plaatsen in een museum en dan ook nog op zijn kop, verliest het zijn oorspronkelijke functie.
Wat wilde Duchamps- inmiddels was aan het licht gekomen dat hij de inzender was geweest- met zijn Fountain bereiken?
Hij stelde hiermee de vraag: wat is kunst.
Wat is een goed of een slecht schilderij, hoe weten we dat en wie bepaalt dat? Eeuwenlang stond ‘Kunst’ synoniem voor  schoonheid. Duchamps maakte korte metten met dat schoonheidsideaal. Met zijn Fountain wilde hij aantonen dat ook een idee of een concept een mens kan raken en een gevoelsreactie kan oproepen
Het was alsof De Fountain in de kunstwereld een doos van Pandora opende. Ontelbare kunstenaars vonden inspiratie in zijn concept van ‘readymades’.
In de jaren 1950 en 1960 ontstond het besef dat De Fountain cruciaal was in de ontwikkeling van de hedendaagse kunst.
Musea wilden een dergelijk iconisch werk in hun collectie opnemen. Duchamps maakte toen zo’n tien replica’s van zijn Fountain. Die zijn nu te zien in de topmusea van de Westerse wereld. Een van die replica’s is onlangs geveild voor 1,7 miljoen dollar.
Duchamp is niet meer weg te denken in de kunstwereld van vandaag. 
Een paar voorbeelden.

Andy Warhol, Campbell Soup, 1962

Andy Warhol (1928-87), zelf eigenaar van een replica van de Fountain, kocht 32 blikken soep van de toonaangevende Amerikaanse fabrikant Campbell, van elke smaak één blik. Met fotografische nauwkeurigheid maakte hij van elk blik een schilderij en groepeerde die tot de set hiernaast.





Jeff Koons. Stofzuigers 1985

Jeff Koons (geb.1955) kocht een aantal gloednieuwe Hoover stofzuigers en plaatste die in een plexiglas kast. Verleidelijk glanzend onder de schittering van fluorescerend licht, is het de nieuwheid van deze Hoover stofzuigers, die ze die eigenaardige aantrekkingskracht geeft. Opgehangen in een staat van ultieme perfectie, commentarieerde Koons:’als ze worden aangezet, zou mijn kunstwerk vernietigd worden’.

Ai Wei Wei, (geb.1957), Chinees kunstenaar en auteur van een boek over Duchamp, monteerde de steel van een schop op een viool. Hiermee verwees hij naar de culturele revolutie, waarin kunstenaars en intellectuelen (zoals zijn vader de dichter Ai Qing) gedwongen werden op het platteland te werken.

Niet alleen kunstenaars, maar ook kunstcritici raakten in de ban van Duchamp en zijn Fountain. Begin deze eeuw verkozen zo’n vijfhonderd Britse kunstcritici Duchamp tot de meest invloedrijke kunstenaar van de 20e eeuw.

WC Van Abbe museum

En het houdt maar niet op. Een paar jaar geleden werd naar een idee van de kunstenares Tania Bruguera een kopie van Duchamps Fountain ‘werkend’ in de heren wc-ruimtes van musea geïnstalleerd. Zelfs ‘in functie’ blijft het zo toch een kunstwerk. Ook in het Van Abbe Museum te zien en te gebruiken.

Geef een reactie